In dit werk laat Lucianus diverse problemen de revue passeren. Bestaat er een goddelijke almacht en voorzienigheid? Kennen de goden de toekomst en kunnen zij zich daarmee bemoeien? Waarom gaat het goede mensen zo vaak slecht en slechte mensen vaak goed? Deze serieuze vragen worden verpakt in een komische context van een dramatische oppergod en ruziënde filosofen.